EN WAT ALS ER GEEN TERUGWEG MEER KOMT

IMG_2501

Ik fiets door de wijk, snel naar de dijk. Het is heerlijk weer, zon en weinig wind. Ik snuif de frisse lucht op en voel de zuurstof mijn hele lijf doortrekken. Er is zoveel moois te zien: de ganzen met hun kuikenkroost, het uitbundig kanten fluitenkruid vroeg in de lente, allerlei bloeiend geels, aren en grassen, schapen met lammeren van elke leeftijd. Ik fiets langs de twee ezels die ik graag zou willen aaien maar wat ik niet durf te vragen aan de eigenaars van het bijbehorende huis.

Ik kijk graag naar mannen en vrouwen die zich in het zweet werken in hun tuinen en grondgebied, het is een en al geploeter om de natuur in het gareel te krijgen en ik hoop echt dat ze er plezier in hebben.

Hoe ver zal ik gaan, ik moet het fietsen weer opbouwen. De laatste tocht van een paar weken geleden was 22 km, ook over de dijk, natuurlijk naar Etersheim, geliefde plek van mij. Maar nu wil ik verder en denk aan Edam maar dat is misschien een wat grote uitdaging. Ik zie wel.

Er fietst een vrouw op een vouwfiets voorbij, een hachelijke onderneming lijkt me. Ik heb ooit een vouwfiets gehad en dat ding trapte onnoemelijk zwaar en mijn benen maakten overuren, een marteling. Maar deze oudere vrouw trapt er vrolijk op los en ik zie dat ze afstapt om foto’s te maken. Ik heb ook mijn toestel mee maar durf geen foto’s te maken om de belachelijke reden dat die andere vrouw zou kunnen denken dat ik een na-aper ben. Wat een ergernis dat die gedachte in mij opkomt en wat een schaamtevolle ervaring dat ik me daar mee bezig houd en het mij belet om foto’s te maken. Wat zou het de vrouw kunnen schelen dat ik foto’s maak, ze zou hooguit kunnen denken dat ik net als zij van de natuur houd.
We passeren elkaar met regelmaat omdat we beiden afstappen om even rond te kijken en dan groeten we elkaar. Ik ben rond half twee vertrokken en pas ergens in de verte van de tijd, rond halfzes, komt mijn zoon bij me eten. Voorlopig geen plichten in welke vorm ook, alleen genieten.
En het is heerlijk stil, afgezien van vogelgeluiden. Ik fiets en geniet en beslis dat ik op de terugweg wel foto’s ga maken, dan neem ik er de tijd voor.

Maar opeens flitst de gedachte door mij heen: Maar wát als er geen terugweg meer komt?

Die gedachte, die zin, blijft bij me hangen en ik bedenk me dat het een mooie titel is voor een verhaal of een boek. Als ik tijd van leven krijg om dat te schrijven.                                  Wát als er geen terugweg meer komt? Wát als deze fietstocht eindigt bij de heenweg.

Het gelukzalige uitbundige genieten wat niet in cijfers overtroffen kan worden omdat het nu al een 10 is, wát als dit mij leidt tot de dood. Een ongeluk, een valpartij, een hartaanval, een verdwijnen in het niets. Geen terug reis. Dit was mijn reis.                                                     Meestal laat ik mijn zoon weten dat ik ga fietsen en bericht hem waar ik op een bepaald moment ben. Zodat hij, als dat nodig is, het spoor kan volgen waar zijn moeder voor het laatst geweest is.

Wát als er geen terugweg meer komt. We stellen teveel uit. Alles kan altijd later, denken we. Maar soms is er geen later. Er is alleen het nu. Nu ben ik hier. Nu leef ik nog. Nu kan ik genieten en foto’s maken, voor een later. Nu is deze beleving er, deze ervaring. Misschien is er straks niets. Alles wat ik wil moet nu gebeuren. Ik stap van mijn fiets, pak het toestel en zoom in.

2 mei 2015 naar Edam. 36 km met gemak gehaald. Op de heen en terugweg foto’s gemaakt. Voor later.

Dit bericht werd geplaatst in Leidse Leeuw op door .

Over Leidse Leeuw

Beste lezer, je bent welkom om te reageren op de stukjes van de Leidse leeuw via: leidseleeuw@outlook.com Ik vind het fijn als ik mijn ervaringen om kan zetten in een creatieve uiting. Ervaringen van dankbaarheid en geluk en ook die van verdriet. Ik hou ervan om mooie momenten vast te leggen, als herinnering voor mezelf en om ze te delen met jou. Laat me weten wat jou aanspreekt en welke vragen jij jezelf stelt. Dank je wel.'