Alle zintuigen op scherp.
Ik kijk door het raam naar mijn tuin, recht vanaf de schrijftafel.
Half september. Blauwe lucht, witte wolken die door de wind van links naar rechts geblazen worden en uit mijn gezichtsveld verdwijnen. De takken van de hoogste bomen die de meeste wind vangen zwiepen venijnig heen en weer. De lagere bomen laten hun takken hangen en het groene blad wiegen. Zonlicht maakt door het matglas van het tuinscherm schaduwen en silhouetten zichtbaar van dansende slierten van op waslijnen hangende kamperfoelie.
De oorsprong nauwelijks terug te vinden maar dramatisch uitgewaaierd. De laatste sliert met naar zeep geurende oranje- roze omgekrulde vingertjes heb ik net bruut afgehakt en laat ze draperen op de schrijftafel zodat ik hebberig de odeur op kan snuiven.
Buiten is de kamperfoelie nu definitief verlost van bloeiende bloemen en draagt volop rode bes. Ik voel sympathie voor dit onwijs kronkelige jungle liaan. Voedsel voor bijen en hommels. Ik kijk graag naar het grizzlybeer-achtige vachtje van de hommel. Er zweeft van alles door de lucht: zaadpluis, een witte gracieuze vlinder, een opgewonden oranje herfstvlinder, een vlieg met zijn parelmoerlijfje landt op een rottende bes. Er wordt een insect gevangen in webdraden en de spin snelt naar zijn prooi. De tuin hangt vol webberig weefsel waarbij sommige spinnen zich schaamteloos groot presenteren en anderen zich opkrullen en verstoppen onder potten. Niet te zien nu maar ik weet het uit ervaring.
Een kale stuik achterin de tuin biedt beschutting aan merels die hun geel-oranje snaveltje afvegen aan een tak. Een roodborstje doet zijn bolle buikje tegoed aan de havermout die ik vanmorgen heb gestrooid in de zwarte kleischaal uit een ver verleden kerstpakket.
Kleine koolmeesjes met hun frisgele befje zetten hun pootjes op de waterkom.
De tuin is aan het einde van de zomer overwegend groen van varens, buxus, uitgebloeide planten, Rosa rugosa met enkele oranje bottels. Meer kleur komt van de Franse geranium die bloeit in rozerood, van roze dahlia’s met geel hart en zelfs nog met knoppen, hortensia’s in oud roze. Op de tuintafel petunia’s met hun tentakels alle kanten op en trechters in lila, paars en wit.
De witte wolken trekken nu samen in lichtgrijs en de blauwe lucht verdwijnt in wazigheid.
Ik hoor zelfs binnen de wind aanwakkeren en in de verte een vliegtuig, een trein, een motor.
Dan de tikken van regendruppels op de ijzeren schommelbank die daar nutteloos en bloot staat zonder kussens. Bovenop de zandbak staat uitdagend de felroze dreumesfiets die wacht op de kinderbillen van mijn kleindochter.
Binnen, aan de andere kant van het glas, geniet ik van een schaaltje rauwkost. Het zoet van de PinkLady appel en versgeperste sinaasappel, het spicy van kaneel, het knapperige van de wortel en de anijszaadjes. Ik neem een hap. Mijn tong duwt het sap achterin mijn mondholte om door te slikken en beweegt zich als een skippybal door mijn mond, duwt de wortel naar kiezen die het pulp vermalen.
Ik proef en slik. Ik kijk en verwonder. Ik ruik en geniet. Ik voel dat ik leef.
Zo door het venster van de nazomer.
15 september 2015