14 november 2015
Terroristische aanslagen in Parijs. Meer dan honderd mensen vonden de dood in een theater, op straat, in een restaurant, bij een stadion. Ruim tweehonderd gewonden.
Frankrijk kondigt de noodtoestand aan en gaat op slot. Scholen, sporthallen, musea,
zelfs Disneyland Parijs gaat dicht.
Op de dag dat de stoomboot aankomt in Nederland met Sinterklaas en zijn gekleurde
Pieten, luister ik naar het nieuws over de aanslagen. Ik hoor het, zie het en voel mee.
En ik denk: Ik bouw een bunker om te schuilen. Schuilen voor het geweld, voor het kwaad, voor de vijand.
Wat er in Frankrijk en elders op de wereld gebeurt aan geweld kent geen grenzen, het kan
in Nederland ook gebeuren. Er is geen daar en hier. Er is geen zij en wij.
Ik bouw een schuilplaats, groot genoeg voor mij en mijn dierbaren. Voor mijn moeder en haar man. Ik wil mijn kinderen bij me en mijn kleindochter. Mijn ex man met zijn gezin.
Mijn vriendinnen om me heen. Mijn verdere familie. Veilig bij elkaar, in liefde,
vriendschap en zorgzaamheid.
En ik realiseer mij dat mijn dierbaren meer familie hebben en vrienden dus die zijn ook welkom. De bunker raakt vol. En al die mensen hebben vrienden en familie. Ik vergroot
de bunker naar een sporthal. Een stadion. Er blijven schuilers komen. We horen bij elkaar,
zijn allemaal mens en zoeken bescherming.
De familie en vriendenkring breidt zich uit met mensen van voorbij de landsgrenzen,
voorbij religies en geloven, van alle leeftijden, van alle kleuren. Net als de moderne gekleurde Piet. Ik blijf mijn schuilplaats uitbouwen. De ouders, kinderen en familie
en vrienden van terroristen en extremisten mogen ook naar binnen want zij zijn
niet schuldig aan de daden van terrorisme en extremisme.
Uiteindelijk blijven de bedenkers en uitvoerders van terroristisch geweld over.
Vaak nog jonge mensen. Zij hebben geen familie meer en geen vrienden. Zij hebben
alleen elkaar als groep. Ze zijn op een missie en geven niet om hun eigen leven.
Wij zijn hun vijand en zij de onze. Zij veroorzaken dit geweld van aanslagen en daarom
blijft de bunker dicht voor hen. Zij horen niet bij ons.
Maar hoe is dit gekomen: zij en wij? Hoe is het ontstaan, hoe worden mensen tot
elkaars vijand? Wat is de voedingsbodem voor geweld naar elkaar?
Ik denk dat deze oogst van haat, dood en verderf ontstaan is in de verkeerde aanname
van schaarsheid, van tekorten, waardoor de ongelijkheid binnen onze soort ooit
negatief geëvolueerd is naar ongelijkwaardigheid en onrechtvaardigheid.
Mogelijk bestaat dit al sinds het ontstaan van de mensheid.
Ongelijkheid is ons aangeboren via DNA en de tijd van geboorte. Er is ongelijkheid voortkomend uit een (on)veilig land om op te groeien, welvaart en grondstoffen, van
een genoeg of tekort aan voedsel, ingang tot gezondheidszorg, onderwijs, huisvesting
en een betrouwbaar rechtssysteem. Ongelijkheid in het recht op vrijheid en autonomie,
in kansen op een goed leven.
Ongelijkheid werkt ongelijkwaardigheid in de hand door machthebbers van regeringen
en religies, door systemen van rechterlijke macht, door kapitalisten, gedreven door eigenbelang en hebzucht. In eigen land hebben we de ‘graaiers’ die zich in elke bevolkingsgroep en in elke beroepsgroep bevinden. Zelfs bij drie belangrijke voorzieningen zoals gezondheidszorg, onderwijs en huisvesting waar de waarden van gelijkheid,
solidariteit en rechtvaardigheid de basis zouden moeten zijn.
Er is ongelijkwaardigheid in mensbeeld van mensen die zichzelf als superieur
beschouwen qua kleur, afkomst, religie, functie, geld en goederen.
Eigen macht/volk/kring/geld eerst. Ten koste van anderen die zich door hen
minder waard voelen of zichzelf (als groep) als minder waard gaan zien.
Macht versus onderworpenheid. Rijkdom versus armoede. Ongelijkwaardigheid
is onrechtvaardigheid. Een etterende wond.
In een klimaat waar gevoelens over onrecht gaan ontsteken en zoekend naar
ontsnapping vervormt het wondvocht tot de pus van haat en wraak.
Maar wie of welk mechanisme is de veroorzaker van ongelijkwaardigheid, wie heeft
er belang bij sociale ongelijkheid, wie draagt schuld? Wie is de dader en wie
het slachtoffer? Of zijn het twee kanten van dezelfde medaille?
Hoe we de ander en onszelf beschouwen heeft te maken met vanuit welk perspectief
en overtuigingen we de wereld bekijken. Wat de context is van gebeurtenissen en
de redenen van handelen. Wie vandaag slachtoffer is kan morgen dader worden.
Wie als oorlogsheld een lintje krijgt en wie als oorlogsmisdadiger de gevangenis
ingaat wordt bepaald door perspectief en context .
Ongelijkheid, ongelijkwaardigheid. Gevoed door het verlangen om enerzijds als uniek
te worden gezien, als individu en anderzijds te behoren tot een groep waarin
solidariteit een rol speelt. De mores van de groep beschermt, bepaalt en beperkt.
Om bij die groep te horen, moet je je aanpassen. Als je je niet wilt/kunt aanpassen
behoor je niet tot die groep, wordt je daarvan uitgesloten en zoek je een andere groep.
De mores van die groepen kunnen zo verschillen dat ze niet in vrede naast elkaar
kunnen bestaan en er zelfs binnen de groep conflicten komen. Erbij horen en afzetten.
Goed en slecht. Medemens en vijand. Is er een absolute waarheid?
Nederland heet een beschaafd land te zijn waar belangrijke waarden gedeeld
worden. Maar is dat echt zo? Om welke waarden gaat het, door wie worden ze gedeeld?
Het kwaad is in ons gevaren wanneer we als vandalen, als hooligans tekeer gaan
en alles stukmaken. Als we stelen en beroven. Als we mensen ernstig treiteren en hulpverleners en dienstverleners uitschelden en mishandelen. We doen onze
kinderen geweld aan als we ze mishandelen, doden en te vondeling leggen.
Als we onze ouders mishandelen.
Hoe bestaat het dat in onze samenleving jongeren in wanhoop hun leven verlaten.
Hoe gaan we überhaupt om met alles wat kwetsbaar is zoals kinderen, dieren, natuur,
milieu en onze planeet.
Hoe gaan wij om met ongelijkheid en ongelijkwaardigheid? Met wie zijn we solidair? Nederland speelt een belangrijke rol in de export van de wapenindustrie. De wapens waarmee mensen hier vermoord worden.
Omdat we als individu geen grip hebben op de grote deals in de wereld, zorgen we
voor onze naasten maar ook voor ons eigen hachje. Wat moeten we anders.
En kijken niet in de spiegel.
We wenden onze blik af en sluiten ons hart. Elke keuze, elke handeling heeft een gevolg. Onrecht krijgt op den duur altijd een gevolg en kan een voedingsbodem worden voor
haat, wrok en geweld. Dat geldt voor ver weg, voor terroristische bewegingen, voor extremisme in elke vorm, maar het geldt ook voor hier, voor dichtbij, voor binnen
ons land, binnen onszelf. We hebben boter op ons hoofd als we alleen terroristen
en extremisten van buitenaf veroordelen.
Het sluiten van landsgrenzen is een ridicuul plan. Wat een illusie dat de vijand, het
kwaad wordt gestopt door prikkeldraad en paaltjes en verhoogde paraatheid.
Alsof er niet veel meer manieren bestaan om ons leven te ontregelen.
Het goede en het kwade zit in ons allemaal. Ook in mij en de mensen in de bunker. Beschaving is een dunne laag maar ik geloof wel in menselijkheid en verantwoordelijkheid nemen voor jezelf en de ander op een goede manier. Ik geloof in mensenrechten maar
niet in verongelijkte oproerkraaiers die overal recht op menen te hebben en hun recht desnoods kwaadschiks gaan halen. Toch zijn dat vaak wel de mensen die zich door
sociale ongelijkheid onrechtvaardig behandeld voelen.
De oproep voor waakzaamheid, controle en alertheid, tot je eigen straat aan toe,
heeft angst tot gevolg. We zullen meer beperkt worden in onze (bewegings) vrijheid. Verworvenheden zoals onderwijs, cultuur, sport en ontspanning kunnen we niet meer bereiken omdat alles gesloten wordt; schijnzekerheid voor de burger en om de vijand
geen gelegenheid te bieden. We zullen nog meer in de gaten worden gehouden en afgeluisterd.
De vrijheid van een politiestaat.
We hebben geen behoefte aan voorzorgsmaatregelen maar aan een gezamenlijke
zorg voor elkaar. Wanneer gaan we dit begrijpen en ernaar handelen?
Hoe mooi zou onze wereld worden als we in staat waren als mensheid om te delen
wat we hebben, of het nu gaat om land, grondstoffen en geld of om kennis en kunde.
Als we de energie en de krachten om elkaar te bestrijden zouden gebruiken om elkaar
te helpen de wereld beter te maken zodat het superioriteitsdenken, in welke vorm ook,
niet meer nodig is. Dat is mijn wens.
Ongelijkheid. Ongelijke waarde als mens. Rijk en arm. Macht en onderworpen. Het zaad
van het onrecht. Daar is geen kruid tegen gewassen.
Alleen buskruit, zo blijkt uit de aanslagen.
Ik voel mij bang en immens verdrietig omdat ik niet geloof dat mijn wens ooit uit
zal komen. Sta in vele opzichten met lege handen voor een betere toekomst voor
onze kinderen en kleinkinderen. Weet niet meer te doen dan aandacht te hebben
voor mijn naasten.
Een schuilplek te bieden in huis en hart.
Ik weet dat er na deze aanslag-gruwelen veel flinke woorden gesproken zullen
worden en dat er nog tijdens het verdriet en de ontsteltenis overgegaan wordt
tot de orde van de dag. Het is niet anders.
Gelukkig hebben we de sprookjeswereld nog.
Waar Sinterklaas en de Kerstman wel de grenzen mogen oversteken om vrijgevig
onze kinderen te verrassen met geschenken. In de sprookjeswereld kunnen we
nog geloven in een Goedheiligman. De Goden van het sprookje.
Welkom in mijn schuilplaats.