DE ZEVENDE HEMEL

IMG_2498

Ik start mijn fietstocht vanuit de wijk waar ik woon en ga de dijk op. Ik fiets om mij los te maken van een vol brein en vastgezette spanning.

De tocht gaat richting Edam, waar ik vaker naar toe fiets, zo’n 50 km in het rond. Het is een ritje waar ik veel dieren tegen kom, elk dier neemt zijn eigen plaats in en maakt tevens deel uit van het grote geheel. Alles hoort bij elkaar.
Gaandeweg het fietsen begint er een aarzelend gevoel van bevrijding in mij, een loslaten van alles wat letterlijk en figuurlijk achter mij ligt. Uiteindelijk zal naarmate ik verder fiets dit gevoel uitmonden in het totaal beleven van vrijheid. Uit ervaring weet ik dat dit gevoel vroeg of laat altijd komt.

De zon schijnt warm schuin boven mij. Mijn linkerwang voelt fris aan. Links groeit de dijk vanaf de weg omhoog met daarachter het grijsblauw van het IJsselmeer, wat vanaf de 12e eeuw tot 1932 Zuiderzee heette, maar wat in de Middeleeuwen zoetwatergebied was.
Aan de rechterkant van de weg zakt de dijk naar beneden, waar huizen in het groen staan, honden op het erf. Mijn rechterwang voelt warmer en ik ruik de zoetige geur van een pol lavendel en de kruidige lucht van vallend blad. Ik luister naar het geruis van de bomen.
Het geluid van passerende auto’s, motoren, de geel-blauwe slang van de NS, het doet niets af aan de stilte die ik ervaar.

Ik fiets, passeer Scharwoude waar schroefhoornschapen grazen op de dijk, langs het gemaal Westerkogge 1982. Mezelf het landschap van de weidse polder inzuigend, geniet ik en groeit het blije opgetogen gevoel. Rechts in de sloten naast mij vang ik het glinsterend lint van fonkelende diamanten die plagerig het oppervlak van het water raken en verdwijnen als ik dichterbij kom.
Koeien staan in West-Friesland gelukkig volop buiten, zwart witte en bruin witte. Ze grazen rustig door. In de verte de windmolens die mij in geen enkel opzicht storen in het landschap.
Het meertje “Bedijkte Waal” langs het monument van Schardam, waar vanaf het najaar tot het voorjaar allerlei soorten eenden beschutting en rust vinden, zoals de kuif- en tafeleend, maar het is ook een plek voor kieviten en tureluurs. Schapen blaten om de plas heen en naast het meertje zijn honderden grauwganzen actief. Het monument van Schardam: een stapel rotsblokken, is ‘een herdenking van het feit, dat in de vroege morgen van 5 november 1675 tijdens een zware storm het hoog opgestuwde water van de Zuiderzee door dit gedeelte van de Westerdijk van Drechterland brak’. Dit volgens opschrift.

Het pad volgt de dijk om de hoek links, iets omhoog richting Schardam en nu zie ik in volle glorie wat de dijk verborgen hield. Een groene vlakte, veenweiden, hier en daar de grote egelskop en het pijlkruid, doorkruist met sloten en plassen, gebied De Kogen bij Hornsluis, een beschutte plaats voor koeien. Je kunt hier de grutto’s horen, het is zelfs zo dat 90% van de West Europese grutto’s in ons land broedt. Kieviten zie je ook en luidruchtig zijn de smienten, eenden en ganzen. In het najaar komen hier de trekvogels uitrusten of overwinteren.
Het is een eeuwenoud landschap, een structuur van vele slootjes en kleine kavels. Ik zie in de verte het kabbelend blauw van het IJsselmeer en aan de horizon de bebouwing van de wijk die ik net heb verlaten. Ver weg.

Schardam door, het oude kerkje rechts, een camping links, over twee oude uitwaterende sluizen. Aan het einde van dit kleine dorp, dat sinds 1499 in de geschriften voorkomt, op de kruising Schardam en Westerkoogdijk kom ik een bruin toeristenbord tegen met het symbool van een bed erop en de naam Zonneweelde. Dit bord verwijst naar een pension met appartementen verderop in Oosthuizen. Een paar meter voorbij het bord staat een totaal vervallen huis, nummer 1, wat uit twee delen bestaat met een schuur en een hok erbij. Ruiten zijn ingeslagen, van binnen een onbestemde rotzooi. Het is nog net geen ruïne.
Er staat een bord VERKOCHT op de muur.
Maar wat mij elke keer verbaast is het enorme bord ‘TE KOOP. Twee halve stolpwoningen & een kapbergwoning. Grondoppervlakte 800 m2. Zeer compleet afgewerkt’.
Is dit een grap? Of was het ooit bedoeld om de ruïne met de grond gelijk te maken en er stolpwoningen te bouwen? Wie het weet mag het zeggen.

En dan kom ik in het gebied van de Etersheimbraakpolder, Groote Koog, polder De Zeevang. Het behoort tot het Nationaal Landschap Laag Holland, landschap onder de zeespiegel, uniek gebied en zeldzaam in Europa. Het is een oer Hollands landschap van openheid en veel water.
Dit stuk, ter hoogte van molen De Breek, is mijn favoriete plek. Hier wisselen grasplateaus en laag gelegen grond elkaar af. Waar de schapen zowel benedendeks als op een podium in de zon liggen. Glooiend en golvend met een weids uitzicht. Later lees ik, in het bezoekerscentrum bij molen De Breek, een prachtig boekje over de historie van De Zeevang, het unieke van deze polder en begrijp ik mijn fascinatie.
Het oude dorp Etersheim is verdronken in de Zuiderzee. Etersheim ontstond in de Middeleeuwen, zo rond het jaar 800. Dit gebied is een droogmakerij, een drooggelegd doorbraakgat. Het diepste punt van Noord Holland ligt hier in deze polder 6 meter onder zeeniveau, er is een stuk van 4 meter en van 2 meter onder zeeniveau. Door het inklinken van veengebied, dijkdoorbraken en droogmakerijen is dit landschap ontstaan.

IMG_2500

Molen De Breek laat zijn wieken draaien. Ik zie hoe een schaap gekust wordt door een gans. Het is een liefdevolle plek. Hier in de kom en beschutting van de dijk voel ik mij dankbaar dat ik leef. Een groots intens gevoel van dankbaarheid. Ik voel mij hemels. Is dit nu de zevende hemel? Ik besef, dat als nu beslist wordt dat mijn leven ten einde is gekomen, het goed is. Het is goed als ik nu daadwerkelijk word opgenomen in deze zevende hemel.
Het is niet zo dat ik mijn leven genoeg vind, het is niet voltooid, maar de dankbaarheid voor het leven, nu op dit moment en op deze plaats in de wereld, de dankbaarheid voor mijn leven houd voor mij ook in overgave aan het eindig zijn van mijn leven.
De warmte van de zon, het geluid van vogels, de stilte van het gebied. Het is een plek die mij diep ontroert.

Ik fiets nog een stukje door, heb geen zin meer in Edam en keer om en fiets dezelfde weg terug. De blauwe lucht met wolken van witte veren, tegen de achtergrond van een bos uiteengevallen mikadostokjes die als scherpe strepen het blauw doorkruisen.
Een spektakel in de lucht.
Met de zon op mijn rug rijd ik langs witte en bruine schapen en zelfs complete yin yang schapen. Ze grazen allen vredig naast elkaar, er is gras genoeg. Geen last van bezitsdrang  of elkaar een polletje gras misgunnen. Ik zie het karkas van verdroogd fluitenkruid en de pluizebol van de paardenbloem nog intact. Witjes vlinderen langs me heen om plaats te nemen op brandnetelblad. Meeuwen vliegen hoog in de lucht en ik spot een reiger aan de slootkant. Paarden in de wei met het hoofd omhoog. Een kat rent door het gras.
Koeien liggen op een hoop ineengestrengeld en ik heb zin om erbij te gaan liggen. Koe knuffelen.

Vredig en gelouterd fiets ik naar huis. Mensen kijken mij aan en zien het licht. Vermoeden niets van het geheim van de zevende hemel.
In den beginne schiep God de hemel en de aarde. Aan het einde van elke dag zag God dat het goed was wat hij gemaakt had. Op de zevende dag rustte Hij uit van al het werk.
God zegende de zevende dag en heiligde deze dag als rustdag.
De zevende dag is de zevende hemel.

winter 2011

Dit bericht werd geplaatst in Leidse Leeuw op door .

Over Leidse Leeuw

Beste lezer, je bent welkom om te reageren op de stukjes van de Leidse leeuw via: leidseleeuw@outlook.com Ik vind het fijn als ik mijn ervaringen om kan zetten in een creatieve uiting. Ervaringen van dankbaarheid en geluk en ook die van verdriet. Ik hou ervan om mooie momenten vast te leggen, als herinnering voor mezelf en om ze te delen met jou. Laat me weten wat jou aanspreekt en welke vragen jij jezelf stelt. Dank je wel.'